woensdag 22 juni 2011

Verklikkers

Foto: flickr, by Riemer Palstra
Het lezen van de ‘requiemroman’ Tonio van A.F.Th. van der Heijden is een ambivalente bezigheid. Enerzijds is er de sprankelende taal van Van der Heijden, zijn poëtische beelden en zijn vermogen om een zintuiglijke wereld uit enkel woorden te scheppen. Anderzijds is er het ongemakkelijke gevoel als een ramptoerist vrijblijvend door andermans psychische puinhopen te slenteren. Tonio is een lofzang en een wanhoopskreet over de enige zoon van Van der Heijden. Op eerste pinksterdag 2010 werd de toen 21-jarige Tonio in Amsterdam door een auto geschept, hij zou nooit meer bij bewustzijn komen.

  Van der Heijden neemt ons mee op de lijdensweg die hij en zijn vrouw aflegden vanaf het moment dat een agent aan de deur de woorden ‘kritieke toestand’ in de mond neemt, tot het moment waarop de met slangen doorprikte Tonio op de intensive care van zijn beademing wordt losgekoppeld. Hierna doet Van der Heijden het enige wat hij nog kan: hij begint te schrijven. Hij wil alsnog doen waar hij tijdens het leven van zijn zoon blijkbaar in heeft gefaald: zorgen voor Tonio. Wat volgt is een pijnlijk helder relaas van een jongensleven, waarbij de schrijver tot de onaangename ontdekking komt dat de dood niet alleen de toekomst, maar ook het verleden heeft verwoest: ‘De ooit zo zuivere herinneringen worden met terugwerkende kracht verklikkers van de dood.’

Een huiveringwekkende roman.

(Deze recensie is oorspronkelijk verschenen in Medisch Contact)